"Wat is groter…", vroeg het meisje aan haar moeder. De moeder keek wat afwezig uit het raampje van de trein.
"Amsterdam of Utrecht?"
De moeder keek haar dochter niet aan.
"Allebei", zei ze.
Ik keek even of andere passagiers hun conversatie volgden, maar dit leek niet het geval.
"Waarom kon Jelle niet mee?", vroeg het meisje.
"Hij moest naar school", zei haar moeder.
"Maar ik moet pas volgende week weer naar school", zei het meisje.
"Ja, maar Jelle zit op een andere school, toch?", vroeg de moeder.
"Nee", zei het meisje, in verwarring gebracht.
Het was even stil. De moeder pulkte aan haar nagels.
"Wanneer komen we langs Ajax?", vroeg het meisje even later.
"Daar zijn we allang langsgekomen", zei de moeder.
Het meisje verweet de moeder dat ze had beloofd het te zeggen, als de trein er langs zou komen.
Toen we even later de ArenA passeerden, zei ik tegen het meisje:
"Kijk, dat is het Ajax-stadion."
Geef een reactie