Op de eerste dag ging de prinses met haar onderdanen Ronja en Maus per koets naar het buitenverblijf van de koning. De koets glom, want hij was de dag ervoor speciaal gewassen en gepoetst. Ook was er een onderdeel van de koets vervangen, zodat de prinses zich op haar reis volstrekt veilig zou voelen. Bij aankomst in het buitenverblijf troffen de prinses en haar onderdanen twee goede vrienden aan, vergezeld van een groot, harig monster met vier poten. De onderdanen vluchtten weg en verbleven de rest van de dag onder het bed. Het grote monster met vier poten begreep er niets van en lag piepend op de onderdanen te wachten.
Op de tweede dag stormde en regende het. De twee vrienden en de prinses deelden hun ongeloof over zoveel herfstweer in juli. De prinses zou de koning vragen een benefietconcert te organiseren voor beter weer, met artiesten uit alle landen. Ondanks het slechte weer trok de prinses eropuit. De Hollandsche zomer gaf het strand een treurige aanblik. De grijze golven sloegen tegen het mulle zand. Er was nog maar een klein stukje strand over voordat de duinen zouden worden geraakt. Ze maakte een foto die tijdens het benefietconcert zou kunnen worden uitgezonden.
Op de derde dag nam de prinses afscheid van de vrienden en het grote monster met vier poten. De onderdanen kwamen vrolijk onder het bed vandaan, waar zij al die tijd nog steeds niet onder vandaan waren gekomen. Op een klein moment na, dat onderdaan Maus het nodig vond om uit het raam te springen en vervolgens onvindbaar te zijn. Alleen door te luisteren naar het enorm harde, klaaglijke gemiauw kon de prinses haar onderdaan vinden, daarbij in paniek vele mensen storend. Haar hart klopte in haar keel en ze moest welhaast schreien, maar onderdaan Maus was het hele voorval na drie minuten weer vergeten. Zij begon meteen te spinnen. Aan haar spinnewiel, welteverstaan.
Op de vierde dag moest de prinses aan het werk. Zij besloot zich met toewijding te storten op wat zij moest doen. Af en toe nam zij even pauze om vele glazen koninklijke limonade te drinken. Toen zij even opkeek, zag ze dat het buiten stralend weer was. De prinses spoedde zich naar buiten, de onderdanen die wilden vluchten tegenhoudend, en las in de koninklijke tuin een boek. Zij lachte bij tijd en wijle hardop. Daarna mengde ze zich incognito onder het gewone volk in het strandpaviljoen. Hoe anders zag het strand eruit dan de dag ervoor!
Op de vijfde dag stond de prinses extra vroeg op. Zij werkte zich een slag in de rondte en was heel tevreden over het resultaat. Zij prees zichzelf gelukkig. Ze telde haar zegeningen en ze had er niet genoeg vingers voor. Thuis zou ze de rekenmachine van de koning gebruiken. Ze kwam tot de conclusie dat onderdaan Ronja soms verdacht veel op een konijn leek.
Op de zesde dag verbrandde de prinses in de zon haar decolleté. Het was staatsgeheim, maar in de bosje zat een paparazzo die er een foto van had gemaakt. Ze werd tevens heel erg boos. Niet op de paparazzo, trouwens. Met haar onderdanen speelde zij een spel met pistachenotendopjes. Een groot succes, maar wel bewerkelijk in het opruimen. In de avond kreeg zij een telegram. Alles was goed.
Op de zevende dag zagen toevallige passanten een zombie in het buitenverblijf van de prinses. Zij waarschuwden de politie direct. Wat was er gebeurd met de prinses? Was zij in levensgevaar, of was het al te laat? Toen de politie arriveerde, bleek dat de prinses een gezichtsmasker had uitgeprobeerd, zoals ze vrouwen in televisieseries ook zag doen.
Op de achtste dag moest er worden vertrokken en opgeruimd (in andere volgorde). De onderdanen Ronja en Maus boenden de vloer en haalden het stof uit de luxaflex. De prinses, niet te beroerd om mee te helpen, deed de afwas en schrobde de keuken schoon. De prinses sloot het buitenverblijf af met de gouden sleutel die zij om haar hals droeg, zei het huisje gedag en wenste dat ze snel weer terug zou keren.
(foto's op flickr)
Geef een reactie