Het zonovergoten terras aan de Amstel was overvol. Aan de zijkant wachtten mensen op een plaatsje, terwijl anderen stoeltjes bij de tafels wegpakten of ongevraagd aanschoven. Van het terras steeg een vrolijk gekwek op dat aan de overkant van het water te horen was. De bediening was prijzenswaardig: door een geavanceerd computersysteem bestelden de mensen hun drankjes die ze via een runner op bijna hetzelfde moment al aangeboden kregen.
Rond vijf voor acht begonnen mensen op hun horloge te kijken. Eerst de oude man met de baard. Daarna een vrouw met indrukwekkend decolleté. Een meisje wees op haar horloge en zei iets tegen haar vriend. Twee opgeschoten jongens vroegen het aan de barman.
"Het is bijna acht uur", zei één van de jongens.
De barman keek vragend.
"Je moet het even omroepen, anders weten de mensen het niet", zei de andere jongen.
Een jonge vrouw aan het tafeltje naast hen stak haar duim even naar de jongens op. De oude man met de baard keek nogmaals op zijn horloge.
Op dat moment kwam het geluid van een televisie op maximaal volume uit een openstaand raam. Het trompetgeschal.
Het vrolijke gekwek halveerde, de ene terrasbezoeker de ander aanstotend.
Op de Waalsdorpervlakte luidden de klokken.
Het gekwek stierf weg.
De televisie op maximaal volume zei net zo weinig als alle aanwezigen op het terras. De Amstel kabbelde voort, rustige golfjes, waar het zonlicht op weerkaatste. Niemand verbrak de stilte, niemand wilde grappiger zijn dan de rest.
Na twee minuten stilte, die langer duurden dan de meesten hadden verwacht, schalde het Wilhelmus uit het open raam.
Het gekwek kwam heel langzaam en wat onzeker weer op gang.
Een aantal aanwezigen moest grinniken, uit ongemakkelijkheid. Het was ze vergeven.
De oude man met de baard opende zijn ogen.
Geef een reactie