"Wat moeten we doen als we naar Helsinki gaan?", vroegen we.
"Naar Tallinn gaan! Het is maar anderhalf uur varen", zeiden mensen dan.
Wij vonden dat een bizar antwoord. Alsof iemand vraagt wat hij in Amsterdam moet doen en dan Antwerpen als optie geven.
Zelfs het reisgidsje maakte zich er schuldig aan.
Maar meegaand als we zijn, togen wij zondag, na een bezoekje aan het vriendelijke Design Museum in Helsinki, naar Estland.
Wij vonden Tallinn vooral heel leuk om bevestigd te zien wat we allang wisten: Helsinki is da bomb en je moet daar gewoon blijven als je er een paar dagen heen gaat. In Helsinki is veel meer te doen dan je denkt. Oké, als je langer in Helsinki bent, dan is Tallinn ook de moeite waard. Maar waar Helsinki een open, vriendelijke, diverse en wereldlijke stad is, is Tallinn een middeleeuwse replica van de Efteling, toerisme incluis. Het stadje is mooi, maar draait louter op commercie en toerisme. De mensen waren er nog afgestompt door de drommen toeristen van de zomer. In de enige kroeg die we tegenkwamen hadden de serveersters 'traditionele' pakjes aan met zeer korte rokjes. Aan de lange houten tafels zaten toeristen met halve liters bier. Buiten op straat was het opvallend stil. Naar Tallinn gaan eind oktober wil blijkbaar niemand. Toen de duisternis ook nog een uur vroeger inviel en het stadje in doodse rust dompelde, besloten we de boot terug naar ons geliefde Helsinki te nemen. Niet voordat we misselijk geworden waren van de veel te vette varkensoren met knoflooksaus, die we dapper hadden besteld en waarvan we toch de helft hadden opgegeten omdat we er beiden niet voor uit durfden te komen dat we ze te smerig vonden.
We verdwaalden in de kleine straatjes en kwamen toen helemaal verkeerd uit. De boot kon ieder moment vertrekken maar de haven was niet in zicht.
"Die toren, daar kwamen we het stadje binnen!"
"Nee, dat was een andere toren die er wel heel erg op lijkt!"
Charlotte was daadkrachtig, rende de straat op en hield een taxi aan.
"We need to catch our boat!", riep ze, buiten adem van de lange afstand die zij rennend had afgelegd.
Het ietwat filosofische antwoord van de taxichauffeur ("What is a boat?") deed mij het ergste vermoeden, maar hij racete ons uiteindelijk supersnel naar de haven van de Estse hoofdstad. We betaalden in euro's (vijf), dat mocht.
Het verschil tussen Estland en Finland werd, vond ik, het beste uitgelegd door de manier waarop zij hun overstekende mannetjes afbeelden.
Links de fiere Fin. Daadkrachtig, rechtop, op pad naar de veelbelovende overkant. Lekker kontje ook.
Rechts de Est. Krom, met slechts één hand raar achteruitgestoken, benen gebogen alsof hij ieder moment kan vallen, onzeker of hij, na al die jaren onderdrukking, de overkant wel haalt.
Geef een reactie