Het haar van de jongen voor me rook sterk naar kokos. Dat was niet onprettig, want verder rook het overal naar sportkleren die te lang in een tas hebben gezeten. De jongen naast hem had in zijn gemillimeterde haar een ingewikkeld patroon verwerkt dat half onder een petje verscholen ging. Ze hadden de houding van een middelbare scholier van een zwarte school in de grote stad: schijnbaar ongeïnteresseerd, jas aan, moe, stoer en onzeker. Naast de jongens zaten een stuk of honderd van hun klonen en nog eens honderd in de vrouwelijke variant.
Het was de dag van het respect, zou ik later op televisie zien.
Deze jongeren waren er duidelijk (ook) niet van doordrongen. Of juist wel, want rebellie is geen enkele middelbare scholier vreemd. Respect, my ass, je zag het ze denken, als ze al wakker genoeg waren om deze handeling te verrichten.
Op het podium van de school stond een enthousiaste jongen uit Brabant. Geen leraar, zo zei hij zelf, maar iemand die wel ook iets over wilde brengen. Men zuchtte. Ik stelde me voor hoe deze jongeren dag in dag uit zo werden toegesproken en hoe moe ze ervan waren. De jongen op het podium hield echter vol. Hij vertelde over waarom hij er was, om deze jongeren zich bewust te laten worden van hiv en aids, van het belang van recht op gezondheidszorg, van recht op controle over je eigen lichaam.
Sommige jongeren probeerden de geïmproviseerde zaal, door gordijnen omsloten, op slinkse wijze verlaten. De jongen op het podium hield dan even in. Hij wachtte rustig af tot de opstandigen weer rustig op their asses zaten. Hij vroeg respect voor de verhalen van twee mensen uit Zuid-Afrika. De jongeren lieten de verhalen over aids en Afrika en seks en drugs en vooroordelen van zich afglijden. De jongen links van me had belangrijker zaken aan zijn hoofd (neurotisch op een pen klikken), het meisje naast hem was haar vlechtjes aan het tellen, de jongen voor haar leek in een vaag gebied tussen slapen en waken te verkeren.
Toen kwam het Nederlandse sero-positieve meisje aan het woord.
Ze vertelde dat ze één nachtje stom was geweest. Ze was uitgegaan, ze was dronken geworden, ze had seks gehad. Hier in Amsterdam, om de hoek.
Onveilig.
Bingo.
Besmet.
Alle gezichten van de zaal, die eerder nog naar de buurman, de vloer of de uitgang hadden gestaard, keken naar het podium. Het meisje was mooi. Ze zag er niet ziek uit. Ze praatte zachtjes en rustig en in de taal van de jongeren. Het was stil. Voor het eerst die ochtend.
Tien minuten later stond de helft van de zaal geconcentreerd op te letten toen de jongen op het podium iets stond uit te leggen.
Geef een reactie