De een die de ander wilde, kon de een niet krijgen en de ander ging er vandoor met een ander.
Op de Albert Cuyp weerkaatsten de rode achterlichten van de fietsers.
Ze reden zwalkend tegen elkaar op, om na de botsing weer ver uit elkaar
te gaan. Bijna raakten ze een geraamte van een marktstal.
Ik dook er tussen. Ze schrokken en stoven uiteen. Ik haalde ze in.
De een had staan zoenen met de ander, terwijl de ander toekeek.
Die was met hem naar huis gegaan, ook al had ze geen zin.
De een stond met zijn gulp open roerloos voor zich uit te staren.
Een ander kotste in de goot.
De een bleef maar verhalen vertellen. Die beledigde de vrouw in het gezelschap.
Iemand ging op tijd naar huis.
Hij liet haar eenzaam achter.
Er was weinig veranderd in tien jaar tijd.
De dronken koppen wilden meer en gingen door naar het volgende caf?.
De weg naar huis verliep zonder problemen.
Ik kwam de een nog tegen met de ander.
Vanaf het fietsenrek naar mijn huisdeur gaf ik een perfecte imitatie van Roisin Murphy.
Zelfs de manier waarop zij haar voeten zet, deed ik, zonder publiek, weergaloos na.
Ik viel door de mand omdat ik heel lang deed over het vinden van de juiste sleutel aan mijn sleutelbos.
Geef een reactie