Voor de FEBO in de Leidsestraat (dat is in Amsterdam) stond een man
met een kind op zijn arm. Hij keek geforceerd vrolijk. Ik volgde zijn
blik en kwam uit bij zijn vrouw, die met een digitaal fototoestel in de
ene hand en een druipend ijsje in de andere hand een foto van hem
probeerde te maken.
De vrouw hanteerde de camera zoals vrouwen dat vaker doen en mannen
nooit. Met een combinatie van onzekere aarzeling en een artistiek
verantwoorde blik richtte ze de camera enigszins scheef op haar
onderwerp. Daarbij ging ze onhandig ver door haar knieen en steeds een
stap verder achteruit. Nog steeds was er geen foto genomen.
Achter mij hoorde ik de tram aankomen. Eerst alleen het geluid van
ijzer door de rails, maar al snel klonk het vertrouwde belletje.
Waarschuwing, ik kom eraan. De vrouw leek er geen erg in te hebben. Ze
deed nog een stapje achteruit. Als ze nog verder naar achter zou gaan,
kwam ze onder de tram, bedacht ik me. De man keek nog steeds geforceerd
lachend de camera in.
Ik draaide me om en zag dat de tram tot op een meter of twintig
genaderd was. Ik riep naar de vrouw: pas op voor de tram!, maar de
vrouw had me niet in de gaten. De tram kwam dichterbij, tien meter. Ik
keek naar de man of hij iets in de gaten had, maar de man keek alleen
naar zijn vrouw. Ik keek om. Vijf meter. Ze moest nu niet nog verder
naar achter gaan. Ik twijfelde of ik heldhaftig naar de vrouw toe zou
springen en haar rollend over de grond zou redden.
Op dat moment deed de vrouw nog een stap naar achter.
Ik schreeuwde.
PAS
OP!!!!!, riep ik, door de Leidsestraat, waarschijnlijk harder dan ik
ooit in het openbaar had gedaan. Als in een film zag ik de tram de
vrouw aanrijden, de camera op de straatstenen vallen en het zoontje
moederloos worden.
Maar het gebeurde niet.
Op een miniem haartje na schoof de tram achter de vrouw langs.
Sterker nog, de vrouw had de tram nog steeds niet in de gaten. De man
wel. In zijn ogen draaide dezelfde film als ik net had gezien. Paniek
stond in zijn ogen.
De vrouw drukte af en keek content. Waarschijnlijk zou ze pas bij
thuiskomst, zittend achter de computer, vragen waarom hij zo verwilderd
keek.
Geef een reactie