‘Ik kan aan jouw neus niet zien of jij zojuist een fiets hebt gejat’, zegt de ene politieman.
De politieagenten hebben een man klemgereden en de portieren van de politieauto staan open. Als in een echte actiefilm.
De waarschijnlijke dader kijkt stoned en onnozel uit zijn ogen en protesteert lichtjes om vervolgens zijn schouders op te halen.
De trein van 23.53 uur heeft 20 minuten vertraging. Omdat er gewerkt wordt aan het spoor rijden er geen stoptreinen. Er is nog ??n trein later. Die gaat om 0.20 uur vanaf perron 7a/b. Een snelle rekensom verklaart dat ik beter de vertraagde trein kan nemen. Ik sjok door het verlaten station naar perron 4a/b.
‘Het is toch ongelooflijk. On-ge-loof-lijk!’, schreeuwt een kleine, gedrongen man in pak. Naast te veel aftershave heeft hij ook te veel drank tot zich genomen. Hoewel ik met mijn oordopjes duidelijk aangeef geen zin in een gesprek te hebben, begint hij tegen mij te praten. Dat hij al anderhalf uur geleden uit Den Bosch vertrok. En nu nog niet in Amsterdam is. En dat hij op Amstel moet zijn en dat Amstel op een gegeven moment dichtgaat. En dat het ongelooflijk is. Hij zet nog wat kracht bij door de afzonderlijke lettergrepen over het perron uit te schreeuwen.
Utrecht Centraal ’s nachts. Hoe vaak heb ik hier niet al gestaan. Wachtend op treinen die niet zullen komen.
Ik leg de man uit dat ik uit ervaring weet dat de vertraagde trein van 23.53 uur geen enkele garantie biedt, als ik zie dat de allerlaatste trein van 0.20 uur op perron 7a/b komt binnenrijden.
Wat te doen?
Trap op, hal doorrennen, trap af, naar perron 7? Om vervolgens in een trein te zitten die werkelijk op elk denkbaar station tussen Utrecht en Amsterdam stopt?
De rest van het perron twijfelt mee. Ik zie niemand uiteindelijk het perron verlaten.
‘On-ge-loof-lijk’, zegt de man zo hard, dat het echoot over de uitgestorven sporen. Hij strijkt vertwijfeld de lange plukken haar glad die hij om zijn kaalheid te verhullen over zijn hoofd heeft gedrapeerd. Hij begint driftig zijn bril schoon te maken. Er komt een zwerver aan. Een zwarte zwerver. Hij vraagt de brilpoetsende man om geld.
‘Geld? Geld?’, roept de man. ‘Ben je gek? Wij zijn boos!’
De zwerver wacht af, vriendelijk glimlachend, met zijn hand op.
‘Wij zijn boos!’, roept de man nogmaals, daarbij op zichzelf en op mij wijzend. Ik wil niet in zijn zaken betrokken worden dus ik sla het aanbod af. Ik schud kort nee tegen de zwerver.
Dan begint de man aan de zwerver uit te leggen waarom hij boos is. Dat komt door de buitenlanders. ‘Zoals jij ja, zoals jij’, roept hij tegen de zwerver. Hij wijst hem met zijn bril aan.
Binnen no time heeft de zwerver de schuld van de vertraagde trein gekregen.
Als de man is uitgeraasd, staat de zwerver nog steeds met zijn hand omhoog. ‘Heeft u misschien een kleinigheid?’, vraagt hij nogmaals, geduldig.
Een meisje schreeuwt door haar mobiele telefoon dat haar vriend een lul is omdat hij haar niet op komt halen. Verderop gaapt een man die staand de krant leest.
Als alle hoop op een trein vervlogen is, klinkt de omroepstem voor de laatste keer die avond.
De vertraagde intercity naar Duivendrecht, Amsterdam Amstel, Amsterdam Centraal en Haarlem zal over enkele minuten binnenkomen op spoor 5.
Het is dan 0.43 uur.
Geef een reactie