“Is voor mijn zoon”, zei de vrouw terwijl ze de doos met 100 huishoudkaarsen op de toonbank legde.
“Nou, daar kan hij wel even mee door”, zei de caissi?re.
“Hij is dood”, zei de vrouw.
“Elke dag ??n kaars”.
Reacties
26 reacties op “Kaarsen”
-
auw!
-
Djiez, dan ga je als caissi?re ook door de grond, zeg. En je wilde nog wel zo vriendelijk iets terugzeggen…
-
maar wat een prachtig stukje literatuur
-
De caissi?re valt niets te verwijten.
-
Mooi van schrijnendheid
-
arme kassajuf inderdaad.
-
Lullig, maar te verwachten wanneer je zelf met een ”Is voor mijn zoon” begint. Maak er dan maar meteen ”Is voor mijn overleden zoon” van, kun je als caissi?re tenminste ook nog met een stichtelijk woord komen…
-
Ja, die vrouw wilde dat duidelijk vertellen. Ik vind het niet zo schrijnend, wel mooi juist
-
Het is misschien wat wonderlijk, maar sinds de dood van mijn vader -nu 9 weken geleden-, kijk ik inderdaad anders naar het branden van kaarsen.
-
* klabam *
Soms overvalt de betrekkelijkheid van het leven je op de meest onverwachte momenten.
Mooi. -
oei. ik zou het vervelend vinden als ik daar had gestaan achter de kassa.
natuurlijk wel mooi van die vrouw, dat ze kaarsen brand voor haar zoon.
-
*au*
Maar aan de andere kant ook weer mooi! -
Laatst in de schoenenzaak:
“Deze schoenen gaan jaren mee”
“da’s mooi mevrouw alleen ik helaas niet meer” -
Ja, de vrouw wil het blijkbaar heel graag vertellen. Fijn dat zo’n cassiere daar wel in mee gaat. Het is voor de cassiere alleen even minder makkelijk, denk ik…
-
Mijn moeder wil juist aan niemand laten merken dat mijn vader dood is. Om dan prompt aan een willekeurige kassa in huilen uit te barsten. Die cassieres krijgen wat voor hun kiezen these days.
-
Sommige mensen doen het erom. Een collega van mij zat laatst op te scheppen over haar leren bankstel. “Ja, ik kreeg een erfenisje.” Ik:”O, fijn voor je.” Zij:”Nee, mijn moeder ging dood.”
-
Hoe betrekkelijk is het leven.
-
Sorry, ik heb even gigantisch de neiging met dooddoeners mee te doen. Vast unfair tegenover de andere deelnemers. Doet u uw beklag bij mijn stamkroeg.
-
Mooi stukje.
-
En de cassi?re was natuurlijk gelijk stil. Zou ik ook zijn.
-
Onlangs bij de viskraam.
Visboer; Zo jongen, lekker op de fiets met opa?
Klant; Nou, hij is met zijn vader hoor… -
Arme kassajuf? Je vraagt toch niet bijvoorbaat of het voor een overledene is…
-
daarom juist
-
“Is het een cadeautje, of is het voor een overledene?” “zegels erbij?”
-
Mijn Oma brandde altijd een kaars voor mij als ik een examen had. De avond ervoor belde ze altijd om de tijden te checken. Nu is zij er niet meer en brandt ik er vaak een voor haar, weet alleen nooit welke tijd ik er het beste een aan kan steken.
Geef een reactie