« terug naar blog

Op de Fiets (65)

Er schoof een stationwagen uit de uitrit van rechts. Hij stopte
pas toen hij midden op het fietspad stond. De enige manier om mijn weg
te vervolgen, was afstappen en om de auto heenlopen.

Het was
half negen ’s ochtends en ik was niet in de stemming voor dergelijke
ongein. Ik schold op de bestuurder. Het was een man, kale kop,
fors gebouwd.
Toen hij zag dat ik stond te schelden,
verontschuldigde hij zich. Hij haalde zijn handen van het stuur en
beschermde zijn gezicht alsof ik hem wilde slaan. Hij keek heel
verdrietig en spijtbetuigend.
Daarna draaide hij het raampje open en zei hij in plat Amsterdams: sorry moppie, ik had je niet gezien.

Die reactie was precies was ik nodig had.
Ik begon te lachen. Hij lachte mee. Ik passeerde de auto, stapte weer op mijn fiets en reed lachend verder.

Het volgende stoplicht stond op rood. Het leek mij een goede dag om
te stoppen. Ik keek naar de drukte op de kruising. Achter mij
verzamelde zich een peloton fietsers. Ochtendspits, ik stond vooraan.
Ik voelde me alsof ik de haas moest zijn in de marathon van New York.
Niemand reed door rood. Dat verbaasde mij.
Door
de verbazing lette ik beter op en pas toen zag ik aan de overkant
van het kruispunt de politiewagens staan. Een motoragent, een
politieauto op de stoep, een politieman met een notitieblok die tegen
de boom leunde.

Juist op dat moment wurmde een stel zich door het peloton achter
mij. Ze wilden blijkbaar per se door rood rijden. De man duwde zichzelf
door de fietsers, de vrouw volgde hem. Toen de man al een stukje door
rood heen was, zag de vrouw de politie pas. Ze riep haar vriend, maar
hij hoorde het niet. Hij reed zo de armen van de politiepatrouille
in.

Wij keken toe. Het peloton hield zijn adem in. Er ontstond een
zwijgende tweestrijd. De ene helft hoopte op beboeting, de andere
helft niet. Zijn vriendin haalde haar schouders op.
Hij was er bijna. Nu zouden we kunnen zien hoe dit af zou lopen.
Maar
vlak voordat haar vriend de overkant bereikte, belemmerde een
afbuigende tram ons het zicht. De tram bleef midden op het kruispunt in
de bocht staan. Hij kon niet verder. Er werd gegiecheld in het
fietserspeloton, gezucht. Iedereen wilde zien of de man werd
aangehouden, maar het spektakel werd ons misgund.

Toen ons stoplicht op groen ging, stond de tram nog steeds dwars over de weg. Hij kwam langzaam in beweging.
Eindelijk kregen we zicht op de brute aanhouding of de slinkse afleidingsmanoeuvre van de fietsende meneer.

Maar toen de tram weg was, stond de man aan de overkant iets verderop aan de kant van de weg op zijn vriendin te wachten.
Relaxt. Lachend.
Nu wisten we nog niets.
Toen
het peloton langs de man fietste, probeerde eenieder uit zijn
gelaatsuitdrukking op te maken wat er was gebeurd. Het lukte mij niet.


Reacties

16 reacties op “Op de Fiets (65)”

  1. als hij lachte moest het goed zijn gegaan…

  2. Ik wacht met oversteken tot DREKNEK voorbij racet in zijn HUMMER.

  3. HALLO DE MEREL!

    POTVERDRIEDUBBELTJES WAT EEN SPANNEND VERHAAL! MAAR EIGENLIJK OOK EEN BEETJE ZIELIG TOCH? WANT IK SNAP WEL WAAR HET EIGENLIJK OVER GAAT HOOR! HET BOURGEOIS OUDE-WIJVEN GEDRAG VAN DIE FIETSERS NATUURLIJK! WANT ZE WILLEN ALLEMAAL WETEN WAT ER GEBEURD, NET ALS DE MEREL ZELF DUS EIGENLIJK IS HET EEN MOOIE ZELFREFLECTIE OP JEZELF ENZ. WANT IN FEITE ZEG JE GEWOON: IK BEN OOK EEN OUD WIJF! DAT VIND IK HEEL KNAP VAN JOU, DE MEREL! MIJN MOEDER HEEFT HET DAAR OOK EEN TIJDJE MOEILIJK MEE GEHAD, WANT ZE WAS IN DE OVERGANG ENZ. EN TOEN DACHT ZE BIJV. DAT ZIJ DE ENIGE VROUW WAS DIE WEL NORMEN EN DE WAARDEN HAD, DUS ZE DROEG VEEL TUINBROEKEN UIT SOLIDARITEIT MET DIE ARME BOEREN HIER IN DE BUURT EN HET FALEND LANDBOUWBELEID OF ZOIETS. MAARGOED, TOEN HAD ZE DUS IN DE VIVA OF EEN ANDER BLAADJE WAAR VEEL LEUGENS IN STAAN DAT ZIJ EIGENLIJK NET ZO IS ALS ANDERE ANDEREN: ZE WILDE ZICH GRAAG BEMOEIEN MET ANDERE MENSEN ENZ. EN DIE HAAR WIL OPLEGGEN DOOR MIDDEL VAN GEZEUR EN GEZEIK EN MORALISTISCHE PRAATJES!

    HET DUURDE WEL DRIE MAANDEN EN IK MOEST MET VLOEIBAAR VOEDSEL ENZ. AAN DE SLAG DE MEREL! ECHT! WANT ZE HAD EENS WAT GEZEGD TEGEN EEN PAAR POOLSE AUTODIEVEN ENZ. EN DIE HADDEN HAAR IN DE ONDERBUIK EN DE KUT GESCHOPT! NOU, DAT VIND IK NIET NORMAAL EN DAT HOEFT MIJN MOEDERTJE NIET TE OVERKOMEN TOCH? DUS IK HEB HAAR TOEN GEZEGD: BEMOEI JE LEKKER MET JEZELF, ANDERS KRIJG JE STRAKS NOG MEER KLAPPEN VAN WILDVREEMDE MENSEN! EN DAN KUN JE WEL ZEGGEN DAT IK EEN BANGE POEPERD BEN OM NIETS TE ZEGGEN TEGEN EEN ANDER OVER RAAR GEDRAG ENZ. MAAR IK LEEF WEL LANGER ENZ.! DUS IK ZOU TEGEN JOU ZEGGEN DE MEREL: NIET ALTIJD TE NIEUWSGIERIG DOEN, WANT JE KOMT VANZELF IEMAND TEGEN DIE JOU EENS IN DE BUIK SCHOPT ALS DAT ZO DOORGAAT! (IK KAN ME NIET VOORSTELLEN WIE HOOR MAAR JE HEBT ZOVEEL GEKKEN ENZ.!)

    MAARGOED, IK MOET NU MET MIJN MOEDER NAAR DE GINOCO… GYNIEC.. KUTDOKTER WANT ZE HEEFT LAST VAN EEN VENERISCHE ZWEER OF ZOIETS, MAAR HET DEED WEL PIJN ENZ. PAS JE WEL OP VOOR SCHUIFDEUREN DE MEREL? JE KAN JE LELIJK BEZEREN ALS JE DAARTUSSEN VAST KOMT TE ZITTEN BIJV. NOU DOEG HOOR!

    GROETEN VAN DE GROTE MERELFAN

  4. Vanmorgen viel een jongedame bijna van haar fiets van verbzaing toen ik haar netjes vroeg aan mijn zoon uit te leggen waarom zij vond dat verkeersregels niet voor haar gelden. Errug geestig.
    Ja, ik ben zo’n idioot die vindt dat regels voor iedereen gelden. Dus ook voor mensen die haast hebben en al die andere sukkels die ervoor zorgen dat de maatschappij zo individualistisch ingesteld is.

  5. Je wordt bedankt Merel:

    Moppie moppie moppie
    ik vind je hellemaal toppie
    ik krijg je niet meer uit me koppie
    ooh moppie.
    Moppie moppie moppie
    ik vind je hellemaal toppie
    ik krijg je niet meer uit me koppie
    heey moppie.

  6. Is DREKNEK al voorbij geracet in zijn HUMMER?! Ik durf niet te kijken en sta al een half uur met de handen voor mijn ogen op dat kruispunt, hiero.

  7. Toch jammer dat je niet kon zien wat er daadwerkelijk gebeurde.

  8. Ik kan me je reactie terdege voorstellen Merel. Als ik me een keer aan de regels hou, wil ik ook altijd graag dat anderen dat ook doen…
    En daarnaast heb ik nieuwsgierigheid hoog in het vaandel staan. Dus ik zou ook blijven kijken wat er zou gaan gebeuren.

  9. En jij maar denken: Goh, goed voorbeeld doet goed volgen! Maar helaas, het was toch de politie die de braafheid van de mensen veroorzaakte. Ik heb dat zelf nogal vaak. Dan stop ik netjes voor rood, maar dan fietst iedereen langs me. Opa’s, oma’s, studenten, vaders en moeders met kinderen. Tssk. Ik hoop dan ook vaak dat die mensen zo in de armen van een politiepeleton rijden. Helaas gebeurt dat nou nooit…

  10. wat is dat toch vandaag met politie??? Ik ben zojuist aangehouden wegens fietsen in de verkeerde richting. (tja een dure shortcut) Vijf minuten later, toen ze hun quota behaald hadden liepen ze weg. Bah, was ik maar iets later weggegaan……

  11. “De ene helft hoopte op beboeting, de andere helft niet”.
    Diegene die op een beboeting hoopte zijn nep Amsterdammers!!!

  12. dullskull avatar

    ik denk dat als die man met jouw panty over zijn hoofd, ladder incluis, dan w?l aangehouden zou zijn door “onze vrienden met de pet op” en een ieder een genoegelijk schouwspel te zien zouden krijgen waarop ze stiekem zaten te hopen….

  13. Dat gebeurt hier nou n??it: geen enkel stoplicht.

  14. Jammer dat onze stad geen trams heeft. Dat scheelt een hoop inspiratie.

  15. Even terzijde Mereld: kijk even bij Hanneke G, zij mist je aandacht.

  16. Das grappig, ik heb ook wel eens een stukje geschreven zo van “Op de fiets”
    http://www.bicat.net/archives/00001026.htm
    Wat een toeval.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *