Ik hoorde muziek. Er dreef een bootje in de gracht. Het was een klein bootje, net groot genoeg voor twee personen, maar er zat ??n man in, alleen. Om hem heen waren bloemen en planten en klein boompje dat van plastic was. Tussen het groen in stond een tuinkabouter. Een drijvende tuin.
Het regende. De man zat in een donkergroene regenjas en had zijn capuchon over zijn hoofd geslagen. De muziek die mijn aandacht had getrokken kwam ook van de boot. Ik kon alleen niet zien waarvandaan.
Af en toe blies de man met de capuchon met de muziek mee op een schuiftrompet. De hoge grachtenpanden weerkaatsten het geluid. Mensen op de kant bleven stilstaan om te kijken.
Er kwam een rondvaartboot langs. Ter hoogte van het drijvende tuintje hield de rondvaartboot even stil. De toeristen maakten door het beregende glas heen foto’s voor in hun vakantiealbum thuis. De man poseerde graag.
Geef een reactie