Het was een uur of 1 in de ochtend toen ik op mijn gemakje op de fiets naar huis reed. De lente was een feit, de zomer kondigde zich zelfs al voorzichtig aan, dus ik had mijn jas open en liet mij door de warme wind omhelzen. Na mooie dagen volgen mooie nachten.
Het was stil.
Ik was net bezig een mooie theorie over het leven te verzinnen toen er met veel lawaai in de verte een deur openging. Ik zag een glimp van een grote man in een wit hemdje en een boxershort. Toen was de deur weer dicht.
Wel stond er ineens een hond buiten, zwart en groot.
De hond liep naar de boom voor het huis en begon uitgebreid te snuffelen. Aan zijn nek hing een rood draadje. Het rode draadje liep naar de deur die net open was gegaan. Het rode draadje was bevestigd aan een haakje aan de voordeur.
De hond snuffelde en deed een plas.
Toen keek hij even naar mij, spitste zijn oren, keek om zich heen en sjokte toen weer terug naar de voordeur.
Hij blafte ??n keer kort en zacht en aaide met zijn poot over de deur.
De voordeur ging open.
De grote man koppelde de riem los en sloot de deur weer.
Geef een reactie