Ik had het heel goed gepland. Om kwart over vijf stoppen met werken, dan zou ik net voor half zes (sluitingstijd) de apotheek halen. Daarna kon ik er een half uur over doen om naar de dierenwinkel te gaan en mijn brieven te posten.
Toen ik in de apotheek kwam, tien voor half zes, was het stervensdruk. Ik trok een nummertje. In mijn hand zag ik 78, de rode neonbolletjes op het bord zeiden 63.
Het was warm. En veel te vol. Ik ging even buiten staan, in de miezerregen.
Het nummertje bleef tamelijk lang op 63 hangen. Het ging niet zo snel. Ik wipte van mijn ene been op mijn andere been en besloot toen de gok te wagen. Ik zou naar de dierenwinkel rennen, daar kattenvoer kopen en dan als de wiedeweerga weer terug, zodat ik net nummer 77 in nummer 78 zou zien veranderen. Het moest kunnen. De dierenwinkel zit op zo’n 500 meter van de apotheek.
Ik begon te lopen en zette de pas erin. Ontweek treuzelende mensen op de stoep, voelde mij als een snelwandelaar die niet mocht rennen. Rennen vond ik overdreven. Nog twee hoeken en daar was de dierenwinkel. Nog een hoek en daar was de dierenwinkel.
Ik was in de dierenwinkel. In de dierenwinkel moest ik mij wurmen langs twee meisjes die kleine katjes aan het kijken waren. Bij de kassa stonden twee Engelsen te twijfelen over een speeltje voor hun fretten. De dierenwinkelman sprak zijn talen niet. Het duurde lang, het was een moeizaam gesprek. Ik stond met mijn 5 kilo Hill’s voer in mijn hand te bedelen om af te rekenen. Gelukkig merkte hij me op. Ik mocht tussendoor. Ik betaalde contant en snelde de winkel uit.
Nu moest ik terug met 5 kilo extra bagage. De tas met de zware zak dreunde bij elke stap tegen mijn been. Hoe laat zou het zijn? Toch niet na sluitingstijd? Ik moest en zou die apotheek nog halen. Bij de stoplichten aangekomen kon ik niet zien bij welk nummer de teller was. Wel zag ik een medewerker van de apotheek met een stok bezig om het rolluik een stukje naar beneden te halen. Het stoplicht wilde niet op groen. Ik kon niet oversteken.
De apotheek gaat sluiten, mevrouw, zei de mevrouw. Ik liet mijn nummertje zien, hier, ik had gewacht, echt, ik was op tijd geweest. Binnen zaten nog wat mensen. De vrouw zag het nummertje en keek naar het bord. Nummer 73. Nog 5 te gaan!
Ik mocht naar binnen. Ik voelde me trots. Ik had het gehaald! Dat de mensen naast mij waarschijnlijk dachten dat ik leed aan een rode vlekken ziekte met zweet waartegen ik medicijnen kwam halen, deerde me niet.
Wel dat de brievenbus al geleegd was toen ik daar aankwam, terwijl ze beloven dat je dat voor 18 uur mag doen. Grom.
Geef een reactie