De vrouw voor mij moest net zoals ik de drukke straat oversteken. Ze was zwaar beladen.
Haar fietstassen puilden uit van de boodschappen. Op haar rug had ze een enorme backpack. Hij was zo hoog dat ik haar hoofd pas kon zien toen zij zichzelf op haar fiets omdraaide om achterom te kijken of ze over kon steken. Toen pas zag ik dat ze ook aan de voorkant bagage had. Een baby van een paar maanden hing in een draagzak te slapen. Met zijn volle gewicht hing hij naar achteren, trok hij aan haar schouders.
De vrouw probeerde de straat over te steken zonder eerst te stoppen. Daarbij moest ze haar arm die de baby in de draagzak ondersteunde even loslaten. Het kind hing nog meer naar achteren en raakte met zijn hoofd nog net niet het stuur. Hij sliep door.
Er waren geen auto’s en er kwam geen tram aan onze kant van de weg. We staken half over, ik vlak achter de vrouw. Het tweede gedeelte van de oversteek zag er minder gemakkelijk uit. In de verte kwam een taxi aan over de trambaan en er stonden auto’s in de rij voor een stoplicht.
Op het moment dat wij het laatste stukje straat over wilden steken, reed een niet oplettende automobilist zijn auto precies zo ver door dat we er niet langs konden. Dat hadden we beiden niet verwacht. Remmen. Ik zette snel mijn voet op de grond. De vrouw met het kind en de bagage zette uit schrik beide voeten op de grond. Haar fiets viel bijna om door de zwaarte van haar spullen. Ze ondersteunde haar baby met haar arm en verloor net haar evenwicht niet. Ik zag het hoofdje van de baby al bijna op het stuur klappen, maar het ging net goed.
Zucht.
Op dat moment werd er keihard geclaxonneerd. De taxi. Hij wilde er langs en gebaarde dat de vrouw van zijn stuk wegdek afmoest. Ik schudde mijn hoofd. Eikel. De vrouw met de baby verplaatste met moeite haar fiets. De taxi scheurde door. Wij konden het laatste stukje oversteken.
Vrouwen en kinderen in de stad, ik heb grote bewondering voor ze.
Geef een reactie