Voor de winkel stond een meisje met een groene regenjas. Op de plaats waar ook een borstzak had kunnen zitten, stond het logo van Brandbier. Naast haar was een Brandbakfiets geparkeerd, met een levensgroot bierflesje erop, gemaakt van karton. In de bakfiets stonden verschillende kratten Brandbier onder een Brandbier parasol. Ook tussen de benen van het meisje was een krat geklemd.
Het meisje hield een formulier met het Brandbierlogo in de ene hand. In de andere had zij een Brandbierflesje zonder kroondop. Haar petje verraadde bovendien dat ze reclame aan het maken was voor bier met het Brandmerk: het Brandbierlogo prijkte met veel trots op de klep.
Ha!, dacht ik. Daar is gratis Brandbier te verkrijgen! Misschien krijg ik wel een heel krat (of liever gezegd een halve, want die waren ze nou juist aan het aanprijzen) als ik de vragen op het formulier goed beantwoord!
Ik zette mijn fiets op slot en liep met opvallend open vizier op het meisje af. Zee?n van tijd, blij gemoed, perfecte kandidaat. Als ik enqu?trice was, dan ik zou ik blij zijn met mij. Poeh! Ik zou haar dag maken.
Het meisje keek me aan, maar maakte geen aanstalten zich tot mij te richten, mij iets te verkopen, of mij een ingewikkelde vragenlijst voor te leggen. Niets van dit.
Ik keek haar vrolijk tegemoet, knikte nog even belangstellend, wilde mijn hand uitsteken om mijzelf desnoods voor te stellen alvorens de gratis pretcilinders in ontvangst te nemen. Het mocht niet baten. Het meisje verroerde zich niet.
Ik stond even stil, maar liep toen verbouwereerd de winkel binnen.
Eenmaal binnen bedacht ik me dat ze natuurlijk opdracht had gekregen om alleen de mensen die naar buiten kwamen te ondervragen, omdat ze de mensen anders dubbel zou aanspreken. Stom, niet aan gedacht. Mijn tijd zou zo wel komen als ik de winkel uitliep!
Toen ik tussen de zalm en de Chinese kool door even naar buiten keek, zag ik haar in gesprek raken met iemand die net aan was komen lopen. Een naar gevoel bekroop me. Waarom schoot zij die man wel aan en mij niet? Paste ik soms niet binnen de doelgroep? Was ik overenthousiast? Behoorde ik niet voldoende tot het plaatje dat zij voor ogen had? Was ik te dik, te dun, te jong, of te oud voor haar profiel?
Wat een stom meisje eigenlijk.
Ik wilde het weten.
Ik rekende af en liep naar buiten, recht op haar af.
Hallo, zei ik. Hallo, zei zij, en ze keek me vragend aan.
Ik wilde haar vragen waarom ze me niet aansprak, waarom ze mij liet gaan, waarom ik door haar blijkbaar niet goed genoeg werd bevonden. Ik wilde haar zeggen dat ik echt een goede kandidaat was en dat ik Brandbier hartstikke lekker vond, vast, nu nog beter.
Maar ik realiseerde me net op tijd dat ik voor lul stond en ik liep terug naar mijn fiets. Bij het wegfietsen keek ik nog even achterom en zag haar staan praten met een nieuwe kandidaat.
Een meisje dat er niet eens zo anders uitzag dan ik.
Geef een reactie