« terug naar blog

Glazenwasser

Kedaeng. Boink. Hmm… wat is mijn buurvrouw aan het doen? Doef. Is er iemand bij mij in huis? Kadoink. Huh? Hoe laat is het?
De cijfers van de wekker vermelden mij dat het precies een minuut is voordat ik moet opstaan. Wat een kwelling. Ik wil helemaal niet opstaan. Kletter. Doink. Wat is dat? Mijn wekker springt aan en zingt een kerstnummer. Snooze. Onder mijn dekbedden (ik heb het erg koud boven in mijn slaapkamertje) maak ik een hol alwaar ik mij gelijk een katachtige oprol en mijn ogen en oren nog niet aan de nieuwe dag hoef te laten wennen. Het is er heerlijk warm en die droom van net kan nog wel even worden voortgezet. Kedaeng! Is er werkelijk iemand in mijn huis? Wordt er ingebroken?

Tijdens de negen extra minuten snoozetijd waarin ik mij in zo een toestand bevind dat ik de plek in mijn bed belangrijker vind dat het vangen van inbrekers, bedenk ik mij dat het de glazenwasser moet zijn. Maar het is nog donker! Althans, in mijn slaapkamer. Hij gooit zijn ladder van beneden tegen mijn raam op de derde verdieping. Vervolgens beklimt hij hem met veel lawaai. Hij lapt mijn raam, dan het raam beneden mij – maar die ladder leunt nog steeds tegen mijn raam en klettert steeds door. Kletter. Kadoef. Dan het raam weer daaronder. Kadaeng. Om zijn ladder goed te kunnen plaatsen, moet hij hem vanaf de grond enkele keren tegen mijn raam gooien (in de loop der jaren is mijn raam dan ook licht beschadigd geraakt), totdat hij stevig staat en de wasser niet zal vallen. Mijn wekker besluit dat de negen minuten voorbij zijn en vindt in Marco en Sita een alternatief voor mijn rust.

Ik zal er nu echt uitmoeten, maar als ik mijn trappetje afkom van boven, zal ik recht in het gezicht van de glazenwasser kijken, en daar heb ik geen zin in. Eerst mijn slaperige hoofd vanuit mijn luik naar beneden steken en checken of ik hem zie. Het bloed loopt op deze manier snel naar mijn hoofd – geen prettig gevoel zo op de vroege ochtend. Bij het kijken zie ik wel de bovenkant van zijn ladder, maar geen man, dus haast ik mij naar beneden en ren snel het hoekje om de badkamer in. Ik stap onder de douche die vandaag ineens een heel andere instelling nodig heeft dan anders. De koudknop moet een aanzienlijk langer stuk doorgedraaid worden om mijzelf niet levend onder het water te laten verbranden. Kijken of het morgen nog zo is. Na het douchen bedenk ik mij met schrik dat ik in de haast geen schoon ondergoed mee de badkamer in heb meegenomen. Ik stap met de handdoek om mijn lichaam uit de dampende stoom in de ijskoude kamer, steek mijn hoofd om het hoekje, zie de ladder die nu naar het andere raam verschoven is, en hoor de glazenwasser beneden op straat met iemand praten. Ik ren naar mijn ondergoed, grijp wat kleding en schiet snel terug de warme badkamer in. Ik kleed mij aan. Ik loop de badkamer uit. De ladder is verdwenen. De bel gaat.

‘Glaaaazewassseer!’ roept iemand van beneden. Ik loop de trappen af en betaal hem. ‘Hee, moppie’, zegt hij, ‘ik dacht daje nog sliep – dat heb je snel gedaan’.


Reacties

3 reacties op “Glazenwasser”

  1. Kan die man niet op een normaal tijdstip komen? 🙂

  2. Jean-paul avatar

    Merel,

    Zelf ben ik ook een glazenwasser, maar ik bel van te vorem altijd even aan, zodat mensen niet in dit soort onprettige situaties komen. En wat bedoel je met dat je niet graag naar de glazenwasser kijkt. Is deze lelijk of iets dergelijks?

  3. sletje je moet je eigen gewoon ff laten nemen door de glazenwasser