Vanuit een pashokje met een dicht gordijntje in de Bijenkorf:
‘Ik weet het niet’
‘Beetje strak boven’
(…)
‘Bruin’
‘Nee, lichtbruin, die andere is donkerbruin’
‘Ja, dat is waar’
(…)
‘Ik weet het niet hoor’
‘Ja, heerlijk. Fijn stofje’
‘Ja, dertig procent, en hij was al afgeprijsd’
‘Dat is waar. Maar het blijft veel geld’
‘Ja, aan de bovenkant, maar dat loopt nog wel uit, denk ik’
‘Oh! Ik weet het niet hoor’
(…)
‘Maarre, ik ga ophangen, er staan nog meer mensen te wachten’.