Nog even over dat Grieks. Nog niet zo lang geleden kreeg ik elke week, gedurende vijf jaar, enkele uren Oud Grieks per week. Zoveel uren, zoveel moeite, zoveel stampen, zoveel lezen.
Waar is al die kennis in godsnaam naar toe gegaan?
Hoe hard ik ook graaf en wat ik ook probeer, bijna alles blijft zoek. Ik weet er geen bal meer van, behalve de kapitein (ho kubernetis) en de rapsode (ho rapsoidos).
Maar soms ineens komt er een vraag in mijn hoofd. Zomaar, zoef, beng, boef, daar is ie.
En zo dacht ik laatst: hoe heet in godsnaam ook alweer dat accentje op de eerste klinker, waardoor je sommige woorden met een h ervoor uitspreekt en andere niet en die ook op de rho, van bijvoorbeeld rapsoidos voorkomt?
Ik groef en ik groef. Ik belde mijn medegymnasiastjes en iedereen bleef het antwoord schuldig.
Wat heb ik al die jaren gedaan!? Bijzondere paniek in de krochten van mijn geest.
Tot ik net op de WC zat.
Terwijl ik mijn broek optrok, kroop het woord langzaam doch dringend het voorste gedeelte van mijn hersenen in.
Spiritus! Spiritus asper. Spiritus lenis.
Heerlijk. Heer-lijk.
Wat een opluchting.
Doe er uw voordeel mee.
Geef een reactie