“Sorry, kunt u even een stap opzij doen?”, vraagt een jongen met een
fototoestel in zijn handen. Plaats van delict is boekhandel Scheltema.
De jongen gaat een foto van mij maken, ik weet het zeker. Hij kijkt
namelijk ge?nteresseerd naar het boek dat ik in mijn hand heb en hij
lacht vriendelijk.
“Hoe moet ik precies staan?”, zeg ik, terwijl ik mijn pony nonchalant goed hang met een korte knik van mijn hoofd.
“Iets meer naar achteren”, zegt de jongen en hij wijst dat ik verder
weg moet, naar de tafel waar de best verkochte boeken liggen.
Dan richt hij zijn fototoestel op een rij boeken in de boekenkast. Niet
naar mij. De boeken zijn zo neergezet dat ze veel aandacht krijgen.
Eendere kaften op een rij.
Hij drukt af, het toestel flitst.
De jongen begint te lachen.
“Heb ik geschreven”, zegt hij dan stralend en hij loopt weg.
Ik had toch beter moeten kijken waar hij zijn toestel op richtte.
Want Renate Dorrestein ziet er heel anders uit.
Geef een reactie