Warm gezeten achter glas, een kop thee met mijn koude handen
omklemmend, zag ik een doorweekte jongen van een jaar of achttien tegen
de wind in fietsen.
In zijn hand hield hij een enkele rode roos, zorgvuldig verpakt in cellofaan met een rood lintje.
Op zijn gezicht een zenuwachtige grijns, opvallend tussen alle hardtrappende chagrijnen van de avondspits.
Daar kon zelfs mijn Valentijnscynisme niet tegenop.
Geef een reactie