Ik heb in de afgelopen tweeënhalve week een bruin kleurtje opgebouwd dat ongekend is voor mijn doen.
Het mannetje dat zeer duidelijk articuleert en heel langzaam praat omdat hij bang is dat wij hem anders niet kunnen verstaan, kwam op een zonnige dag weer eens een keertje onze keuken in gestapt.
Hij nam mij van top tot teen op en zei:
‘C’est’
Ik ging er maar even goed voor staan.
‘in’
(aein) Hij wees op mijn arm.
‘croy’
(crwa) Ik knikte, nu pakte hij mijn arm.
‘a’
Je sais, je sais, dacht ik.
‘ble!’
Lees nog even de eerste zin van dit stukje na, terwijl de man mij met uitpuilende ogen aan het bekijken was, mijn arm uit de kom schuddend.
Ik was blij dat de Fransen ook inzagen dat mijn huid bijzonder gebruind was.
‘Je bent zooo wit!!!!’
riep de man.
Maar dan in het Frans.
En dan heel langzaam.
‘Ri!’
‘di!’
‘cule!’
riep hij, terwijl vriendin Q. (zich ontpoppend tot vijand, da bitch) mij heel hard begon uit te lachen.
Geef een reactie