Er lagen twee muntjes op de bodem van de wc-pot op mijn werk. Een muntje van 5 en een muntje van 20. Vroeger samen een kwartje.
Het water in de wc-pot was schoon; er was gewoon keurig doorgespoeld.
Instinctief checkte ik de ruimte op verborgen camera’s.
Een leuk programma in tijden van kredietcrisis: haalt iemand 25 cent uit een schone wc-pot?
Ralph Inbar heeft mij al vroeg paranoïde gemaakt.
Ik nam de andere wc.
Het was duidelijk dat ik het geld niet ging pakken. Maar om erover heen te plassen, vond ik ook weer zo wat. En dat dat dan op de verborgen camera zou worden opgenomen.
Ik zwaaide even naar de muren, toen ik het kamertje verliet.
Terwijl ik op de andere wc zat, kwam een vrouw binnen, die geen moeite had met over kleingeld heen te plassen. Of zou ze het eerst uit de pot hebben gevist?
“Er ligt geld in de wc” zei ik tegen mijn collega’s.
“Al sinds maandag” zeiden ze.
“Al sinds maandag?”
“Het blijft gewoon liggen als je doorspoelt.”
Hadden de televisiemensen het vastgeplakt?
“Het is mijn geld” zei mijn collega.
“Jouw geld?” vroegen alle collega’s.
“Ja, ik had mijn pasje er al uitgevist, en toen heb ik dat geld maar laten liggen.”
Kleingeld heeft een sterke wil om niet doorgespoeld te worden.
Het ligt er nog steeds.
Ook de schoonmakers hebben het niet uit de pot gevist.
En ik weiger nog steeds eroverheen te plassen.
Geef een reactie