En toen was er beeld.
Het mannetje kwam. Het mannetje had de sleutel van onze meterkast aan zijn sleutelbos hangen, het mannetje zei ‘wie heeft dit snoer gerepareerd?’, ik zei ‘de Man des Huizes’, hij zei ‘hij is zeker niet zo handig’ en het mannetje maakte het snoer.
Toen moest ik van hem wachten.
En toen was er beeld.
Ineens terwijl ik zat te wachten sprong de televisie aan. Vol volume. Kinderen die door elkaar heen schreeuwden.
Niets zo vervreemdend als overdagtelevisie.
Schreeuwende kinderen. Een lichtpuntje in de apocalyptische chaos die een verhuizing teweegbrengt.
Verstoken zijn we nog van internet, toch zeker een primaire levensbehoefte. We hebben nog te veel onuitgepakte dozen, ondanks enorme uitpakvlijt.
En we zijn de theelepeltjes kwijt.
De theelepeltjes!
Het beeld is weg.
Terwijl ik dit stukje zat te typen is het weer verdwenen.
Verhuizen is resetten.
Ik zal het mannetje maar weer eens gaan bellen.
Geef een reactie