‘Hallo, met Merel Roze, ik wil graag weten of mijn fiets klaar is. Het gaat om een Azor, met allerlei kleuren, rood en groen en geel. De ketting lag eraf en hij heeft een servicebeurt gehad.’
‘U wilt weten of uw fiets klaar is?’
‘Ja. Ik heb hem gisteren gebracht, ik zou hem vanmiddag ophalen.’
‘Wat voor fiets is het?’
‘Een Azor. Met allerlei kleuren. Rood en geel, groen.’
‘Wanneer heeft u hem gebracht?’
‘Gisteren.’
‘Hmm.’
‘Hij zou vanmiddag klaar zijn.’
‘Hmm. Wanneer zou hij klaar zijn?’
‘Vanmiddag, ik heb geen tijd doorgekregen, dus ik dacht ik bel even.’
‘Hoe ziet hij eruit?’
‘Heel opvallend, allemaal kleuren, rood en groen, en geel, beetje oranje zelfs geloof ik ook.’
‘Is het een Azor?’
‘Ja.’
‘Heeft hij een groen spatbord voor en een oranje spatbord achter, en een gele bagagedrager en een rood frame?’
‘Ja! Onmiskenbaar de mijne.’
‘Had u hem gebracht voor een servicebeurt?’
‘Ja, en de ketting lag eraf.’
‘Dat was gisteren he?’
‘Ja.’
‘Nou, die is klaar hoor. Kom hem maar ophalen.’
Geef een reactie