Het klasgenootje dat mij vroeger in de eerste klas moest bellen via de zogenaamde sneeuwbalconstructie vond ik een beetje eng. Hij was stoer en ik niet, denk ik. In de klas deden wij alsof wij elkaar niet zagen, maar als er een docent ziek was, moest hij mij ’s ochtends bellen. Dan hadden we elkaar aan de telefoon en hoewel hij altijd goed nieuws had, kon ik hem niet blij antwoorden. Veel te gestresst over het intieme contact. Ik dankte hem zakelijk voor de doorgegeven informatie en belde de volgende. De volgende was een vriendin van mij. Peanuts en gegiechel.
Hier moest ik aan denken toen ik net gedaan had wat ik vandaag moest doen en de rest van de dag vrij voor me zag liggen. Die vrijheid gaf zo’n verrassend blij gevoel dat het leek op de vreugde na een verlossend sneeuwbaltelefoontje. Niet alleen was er een docent ziek, ook hadden daarom geen proefwerk.
Eens kijken. Hier ligt een warm croissantje naast de krant. Mijn voeten na de barre tocht buiten gaan zo in mijn sloffen. Een dampende koffie zal ik zo gaan maken.
U redt het wel even, toch?
Geef een reactie