2004 was zich er terdege van bewust, denk ik. Dat hij (natuurlijk is 2004 een hij) een naarling was geweest. 2004 was niet goed. Het jaar was stom, vervelend, irritant, rot, hinderlijk, onaangenaam, lastig, onbehaaglijk, onplezierig, belemmerend, ongenoeglijk, deprimerend, bah, en had ik al stom gezegd, ja, ook stom.
En toen dacht 2004 zeker: oh, ik ben best boel naar geweest tegen Merel dus ik geef haar op de valreep nog even wat goede dagen mee.
Schijnheil.
(en aan de andere kant van de wereld ravage aanrichten, lekker)
Leer mij 2004 kennen. Ik ken hem al langer dan vandaag. Ken ‘m al 366 dagen. Min een beetje. Kwam zeker omdat hij als schrikkeljaar geboren werd en zich specialer voelde dan een normaal jaar, dat hij zich zo liet gaan.
Rotjaar.
Niks goed, 2004.
Kortom, ik zal niet rouwen om de dood van 2004, vannacht om twaalf uur.
Laten we erover ophouden.
Dag 2004.
Met twee sterke benen stap ik zometeen 2005 in!
Geef een reactie