Enigszins beneveld van de twee ros? na werktijd in de ijverige lentezon voelde ik eerst de verzengende hitte.
Toen pas zag ik de brand. Grote, zwarte rookpluimen werkten zichzelf naar boven.
Daarna zag ik de auto.
Bij het stoplicht, hoek Stadhouderskade/Van Wou.
In de fik.
Een gele vlammenzee ontsteeg met grote snelheid aan wat eerder een auto
was geweest. Het holle karkas was een afgrijselijk gezicht.
Toen hoorde ik de sirenes. Ik fietste door, weg van dit horrorspektakel. Ik zag de brandweer komen, de politie, een sleepwagen.
Ik durfde niet naar de auto te kijken.
De gedachte aan wat er zich net had afgespeeld maakte me misselijk.
Dat wat ik een minuut later zag ook.
Geef een reactie