Om het aantal museumbezoeken van 2007 op in ieder geval één (1) te krijgen, toog ik naar het al zeer lang tijdelijke Stedelijk Museum in het Post CS-gebouw. Aldaar is een tentoonstelling over het werk van Andy Warhol. Toen ik nog een klein meisje was, sprak de kunst van meneer Warhol mij nogal aan, evenals het werk van Keith Haring.
Het is maar de vraag of het gunstig is om als kunstenaar door kinderen en jongeren interessant gevonden te worden.
Tientallen Marilyn Monroe's, soepblikken en tomato cans in gedachten hebbend, was het wat jammer dat de tentoonstelling voornamelijk over de films van Warhol bleek te gaan. Het voelde een beetje als een reünieconcert van je favoriete band, vijftien jaar na dato, en dat ze dan weigeren de hits te spelen.
Ik blijk een sucker voor de grootste hits (of een sukkel, zoals ik laatst iemand hoorde zeggen).
Waar ik zelf ook een beetje teleurgesteld over ben.
Los daarvan.
Films in het museum, ik kan er niet zoveel mee. Sommige duren een half uur, en om daar nou vijf minuten van mee te pikken, is ook niet eerlijk. Wat zeg ik trouwens? Vijf minuten? Ik kan mijn concentratie niet eens zo lang vasthouden, als er ook andere dingen te zien zijn. Na twee minuten krijg ik de neiging verder te wilfen.
Kortom: ik heb enorme concentratie-armoede en ik ga alleen voor de grootste hits. Ik wil alles zien, maar ben slechts in staat tot scannen. Zo blijf ik eeuwig een generalist!
Ik ben een postmodernist pur sang.
Wat dan wel weer past bij Andy Warhol.
PS: dit stukje moest eigenlijk heel ergens anders over gaan.