Jaar: 2012


  • knap


  • Jarenlang bracht mijn fiets me overal waar ik moest zijn. Regen, storm, ijs of sneeuw? Mijn tweewieler en ik deden het samen. Bikkels, wij! Automobilisten? Dat waren luie, vaak te dikke, milieubelastende aso’s en een gevaar voor fietsers bovendien.

    Nu heb ik mijn eerste auto gekocht en, ai, ik vind het leuk. Het is een cabriolet, dus met een beetje fantasie en het dak open, is het net een fiets (wind door je haren, meezingen, versnellingen). Een cabrio maakt gekke dingen bij de mensen los. “Als je bij het stoplicht staat, krijg je soms een middelvinger”, zei de verkoper lachend, alsof dat mij zou overhalen tot de koop. En toen ik een foto van het oude beestje op Facebook zette, buitelde iedereen van enthousiasme over elkaar heen. Kom daar maar eens om met mijn prachtig gekleurde stadsfiets. Of mijn ov-chipkaart met automatisch opladen. Niemand die daar van in katzwijm valt. En nu? Applaus! Ooh’s en aah’s. En in plaats van de vinger heb ik meer flirtende blikken gezien dan in al die jaren treinreizen.

    Ik moet (het is een glijdende schaal, hoe kom ik hier ooit weer uit? Ik ben zelfs al met de auto naar mijn werk geweest en het bleek sneller en goedkoper, dat moet niet kunnen mogen!) oppassen niet zelf te verworden tot die luie, vaak te dikke, milieubelastende aso.

    Een gevaar voor fietsers ben ik echter niet. De fietsers, merk ik nu, zijn een gevaar voor mij. Ze gooien hun tweewieler zonder verlichting voor mijn motorkap en geven mij de schuld, negeren elke stoplicht, vinden dat ze altijd voorrang hebben en maken liever hun telefoongesprek af dan om te kijken.

    Laatst fietste ik door de stad. “Ik haat automobilisten!”, riep een meisje achter me. Even ervoor was ze dronken uit een zijstraat komen fietsen, had zich te laat gerealiseerd dat ze naar rechts wilde, zag mij toen pas op mijn fiets aankomen, waardoor ik moest uitwijken en er een auto hard op de rem moest. Nu moest ze even wachten voor een auto voor een stoplicht. Geïrriteerd vervolgde ze haar weg fietsend over de stoep.

    Het klinkt vreemd uit mijn mond, maar ik denk dat we elke stadsfietser verplicht een tijdje auto moeten laten rijden.

    (Deze column verscheen eerder in De Vogelvrije Fietser, het blad van de Fietsersbond)


  • “Dan breng ík je!”, riep ik vol enthousiasme.
    Mijn vader moest in zijn eentje naar het ziekenhuis, waar hij een nieuwe schouder zou krijgen. Door omstandigheden kon mijn stiefmoeder hem niet brengen.

    Dit was mijn kans om iets terug te doen voor al die keren dat hij mij met gebroken of gescheurde lichaamsdelen naar het ziekenhuis had vervoerd.
    “Dan blijf ik ook wachten tijdens alle onderzoeken”, zei ik. Want ik weet hoe fijn het is het als er iemand in het ziekenhuis op je wacht.
     
    “Maar zo lang kan de auto daar niet blijven staan”, zei mijn vader.
    “Dan gaan we op de fiets!”, riep ik. “Ik neem je achterop.”
    Hij bezag zijn opties, en we besloten dat het een goed plan was.

    De dag van de ziekenhuisopname brak aan.
    Ik voelde het belang op mijn nog jonge, stevige schouders rusten. Ik, goede dochter, zou dit perfect gaan doen. Samen naar het ziekenhuis, op één fiets, het had iets vreemds en daarom iets moois.

    Onderweg naar mijn vader moest ik nog even iemand bellen. Ik hing mijn tas aan het stuur, maakte vaart en pakte mijn telefoon.

    “Met mij”, zei ik.
    En toen gebeurde het. Het hengsel van mijn tas kwam vast te zitten onder mijn pedaal. De ketting blokkeerde. Mijn fiets stond stil, en ik ging nog vooruit. De telefoon vloog als eerste door de lucht, erachteraan kwam ik. Eerst vliegend, toen duikend, toen schuivend.

    Vlammende pijn in mijn been, arm en gezicht. Tranen in mijn ogen. Niet alleen vanwege de pijn, maar ook vanwege het onmiddellijke besef dat ik mijn vader liet vallen.

    Een uur later werd ik binnengebracht op de eerste hulp.

    Op de röntgenafdeling zag ik tot mijn grote blijdschap mijn vader zitten.
    “Ha!”, zei hij vrolijk. “Zijn we er toch allebei gekomen. Jij op vier wielen, ik te voet.”

    (deze column verscheen eerder in Vogelvrije Fietser, het blad van de Fietsersbond)


  • “Schrap alle overbodige dingen, maak ‘m zo klein mogelijk en stuur ‘m op naar Het Parool of NRC Handelsblad”, zeg ik wel eens tegen de cursisten van mijn workshop Columns en Blogs bij [De Redactie].

    Vorige week maandag gaf ik de workshop weer, en wie schetst mijn verbazing?
    Twee van de deelnemers haalden de krant.
    Superleuk!
    (en ja, die naam van het meisje uit de column van Miriam is gefingeerd)

    Ikje

    Parool


  • Door diepe dalen ging ik.
    Door regen.
    Door zon.
    Over toppen heen.

    En altijd zijn er de stickers op de lantaarnpalen die me laten glimlachen.
    Plakkers bedankt!


    ee
    best wel


  • ‘Welke datum is het vandaag?’
    ‘2 november.’

    ‘Hee, dan is het de sterfdag van Theo van Gogh.’
    ‘Oh ja, dat is waar.’

    ‘Dat was hier in de buurt.’
    ‘Ja, hier in de buurt. Nou, nu je het zegt, eigenlijk hier. Precies hier eigenlijk, waar we nu zitten.’
    ‘Inderdaad, dat is gek. Dit terras was er toen nog niet.’
    ‘Voor die winkel waar nu niks in zit. Daar was het.’
    ‘Wat gek dat we nu precies hier zitten.’

    ‘Ik fietste er 1 minuut na afloop langs. Een vrouw hield geschrokken haar hand voor haar mond. Ik fietste door, ik fiets altijd door. Later hoorde ik wat er gebeurd was.’
    ‘Ik fietste door het park. Een kwartier denk ik, voordat het gebeurde.’

    ‘Hoe lang is het nou geleden?’
    ‘2004. Ik woonde nog samen daar verderop, op een heel kleine etage.’
    ‘Veel gebeurd, in acht jaar.’


  • Dag 1
    Hee kijk, een poesje!
    Oh wat lief.
    Wel een dunnetje hè. Mager scharminkeltje. Maar zo te zien wel gezond.
    Kom we geven hem een stukje brood.
    Haha hij eet brood!
    Of denk je dat het een zij is?

    Dag 2
    Kijk de poes heeft een zusje! Deze is nog kleiner! Wat een schatje. Oh hij piept heel erg. Hij heeft vast honger. Kijken of deze ook brood lust.
    Ja, haha! Gekke katten hier.
    En tomaat? Oh kijk daar is zijn grote zus. Of zou het de mama zijn?

    Kijk ik heb een heel leuke foto van de poes gemaakt.
    De kat eet gewoon tomaat, kijk dat nou.

    Dag 3
    Oh de papapoes! Jemig die is twee keer zo groot. Die krijgt niks. Mama en kinderpoes, kom maar binnen in het huis, krijgen jullie wat brood. En wat grappig, kijk ze eten ook komkommer. En sla met dressing.

    Lief hè, dat ze helemaal niet op tafel springen of op het aanrecht.
    Heel lief. Maar ze moeten nu wel ophouden met piepen. Wat een lawaai.

    Poezen! Niet zo piepen. Jullie klinken als zeemeeuwen.
    Geen banaan. Zo gek zijn ze dan weer niet.
     
    Dag 4
    Huh? Zijn er nou twee van die kleintjes? Kijk nou!
    We hebben dus papapoes, mamapoes en twee kleintjes.

    Hee! Kleine dondersteen ga weg daar! Merel, hij zat op het aanrecht!
    Vort, scheer je weg, minkeltje. En niet zo piepen zeemeeuw.

    Het zijn allemaal Cyperse katten he. Misschien zijn Cyperse katten eigenlijk Kretenzisch.

    Kijk wat ik heb gekocht in het winkeltje. Whiskas.
    piep piep piep

    Dag 5
    Nou ja! Ik deed de deur open en daar stonden ze al, met zijn drieën. Mamapoes en de twee kleintjes. Luid miauwend. Ze sjeesden naar binnen toen ik de deur opendeed.
    Piep piep piep. Wat een klaagzang.
    Ga van dat aanrecht af!! Ze zaten aan het brood te knabbelen, hee.

    Huh. Er zijn drie kleintjes. Moet je kijken! Ze lijken allemaal precies op elkaar.
    Ja inderdaad het zijn er nu drie.

    Hee! Ga weg daar!
    Oeps, er zat nog melk in dat pannetje.
    Ik word gek van die beesten.

    Dag 6
    Ze houden echt van ons, de katten.
    Niet vanwege het eten, maar vanwege ons karakter.
    Ja.
    Kijk nou hoe lief ze zijn met z’n zessen.

    Wie gaat er voor ze zorgen nu we weggaan?
    De mensen die hierna in dit huisje zitten.
    Ik hoop het. Misschien zitten er wel tot het voorjaar geen mensen meer.

    Dag 7
    Dag kattenfamilie.
    Dag poesjes.
    Dag Kreta.
    Piep.
    piep


  • Eindelijk, na 36 levensjaren en een hele gymnasiumloopbaan, was ik voor het eerst van mijn leven in Griekenland.
    Op Kreta, waarover later meer.

    Mijn bordenfetisj werd flink gevoed. Nergens mag je wc-papier doorspoelen, en de borden die dat duidelijk moeten maken, waren vaak erg mooi. Zo zou ik als kind van die boze meneer een trauma hebben gekregen, en maken de Griekse vormgevers van papier een soort bommetjes.

    boze mannen in de wc
    geen bommen en granaten in de wc

    Toen ik gisteren thuis op mijn eigen wc zat, verwachtte ik eigenlijk wat gegrom uit de pot toen ik het wc-papier er vrolijk in deponeerde. Het bleef jammerlijk uit.


  • De bel ging. Het was midden in de nacht.
    De buren?

    Ik snelde naar de voordeur.
    Shit – naakt. Snel ochtendjas.

    Ik opende de deur met een vragende, zeer verstrooide blik.

    “LANG ZAL ZE LEVEN, LANG ZAL ZE LEVEN, LANG ZAL ZE LEVEN IN DE GLORIA!”

    Drie schone dames. Met prachtige bloemen. En met een grote grijns op hun gezicht.

    Even later zaten we aan een verjaardagsontbijt, met ballonnen, slingers, vlaggetjes, kaarsjes, versgeperste jus, verse broodjes, zalm, ei, taart, aardbeien en frambozen.

    Wat een rijkdom.
    Met zulke vriendinnen heb je verder niemand nodig.

    Er is genoeg over voor u, laat het u smaken.
    Jarig! 73!


  • * Wat een geluk! Stiefmoeder Kiek trakteerde ons voor haar verjaardag op een lang weekend Parijs. Met het hele gezin togen wij naar de Franse hoofdstad, omdat zij ons haar Parijs wilde laten zien. Broerlief reist de hele wereld rond, maar vond Parijs altijd mwah.

    * We zaten in een fantastisch appartement (had Kiek via internet gevonden) van een actrice en een regisseur (imdb kende haar, hem niet) vol films, kunst- en fotoboeken. Mooie, hoge plafonds met afbladderende kalk, een krakende parketvloer en zelfgemaakte slaapmeubels.

    * Het appartement was gelegen in een slechte dus fijne buurt (voor de kenners: bij metrostation La Chapelle). In onze straat rook het naar India. De wifi gaf namen als Hare Krishna, Shiva, Ganesha Sweets.

    * Ik kon het niet laten om achter alles wat eindigde met het woord royal ‘with cheese’ te zeggen. Bijzonder hinderlijk (‘ainderlek’) voor mijn medereizigers.

    * Het is maar 3 uur en 19 minuten in de trein vanaf Amsterdam. De trein rijdt een deel van het traject langs de snelweg en dan laat je de auto’s lachend achter je. Woehahaha.

    * We hebben geen Eiffeltoren gezien (behalve vanuit de verte), geen Champs Elysées, geen Arc de Triomphe. Heel aangenaam.

    * Ik werd, toen ik er zaterdagmiddag in mijn eentje op uit trok, aangezien voor een local. Ik ben twee koppen langer dan de meeste Françaises, en een kop groter dan de mannen. Bovendien had ik een Nederlandse reisgids in mijn handen. Kortom, de dame in kwestie was niet helemaal realistisch, maar het voelde als een groot compliment.

    * Ik begrijp in het buitenland vaak niet hoe mensen douchen. Sowieso is de slang altijd te kort, maar dat lengteverschil snap ik. Maar hoe zepen die lui zich in, hoe wassen ze hun haar, als je de douchekop niet kunt ophangen?

    * En weer kwam ik terug uit Frankrijk met de ontkrachting van het beeld dat ik van Fransen heb: chagrijnig en vervelend. Integendeel: grapjes galore. Nu moet ik toch proberen dat hardnekkige negatieve beeld permanent bij te stellen.

    * De architect die het Centre Pompidou (mede) heeft ontworpen, Renzo Piano, heeft ook het NEMO in Amsterdam ontworpen. Dat wist u vast al. Ik niet.

    * Tip voor iedereen: fietsen door Parijs. Alleen, of, zoals wij deden, met een gids.

    * Het was een fantastisch weekend. Parijs is geweldig! Zelfs mijn broer zei, lopend in de zon langs het Canal St. Martin, dat hij Parijs toch wel erg tof vond.
    Place Dauphine
    Institut du monde arabe
    Paris! Notre Dame, Ile de la Cité

blogarchief

2023mei (2)
juni (1)
oktober (1)
2022mei (1)
december (1)
2021maart (1)
2020november (1)
2019januari (1)
augustus (1)
2018januari (1)
2017maart (1)
2016maart (1)
juli (1)
2015januari (4)
februari (2)
maart (1)
april (2)
mei (1)
oktober (1)
december (1)
2014februari (2)
maart (2)
april (2)
mei (2)
juni (3)
juli (5)
september (2)
oktober (1)
november (3)
2013januari (4)
februari (3)
maart (2)
april (1)
mei (2)
juni (2)
juli (4)
augustus (2)
september (3)
oktober (1)
november (1)
december (2)
2012januari (5)
februari (1)
maart (3)
april (3)
mei (3)
juni (6)
juli (4)
augustus (3)
september (3)
oktober (4)
november (4)
december (2)
2011januari (5)
februari (1)
maart (3)
april (4)
mei (5)
juni (8)
juli (5)
augustus (3)
september (2)
oktober (2)
november (2)
december (3)
2010januari (12)
februari (7)
maart (5)
april (5)
mei (14)
juni (7)
juli (5)
augustus (2)
september (4)
oktober (5)
november (2)
december (3)
2009januari (12)
februari (10)
maart (11)
april (9)
mei (6)
juni (6)
juli (6)
augustus (3)
september (6)
oktober (5)
november (6)
december (7)
2008januari (19)
februari (22)
maart (26)
april (15)
mei (17)
juni (23)
juli (14)
augustus (11)
september (7)
oktober (17)
november (14)
december (10)
2007januari (14)
februari (14)
maart (19)
april (20)
mei (16)
juni (17)
juli (17)
augustus (19)
september (15)
oktober (23)
november (15)
december (21)
2006januari (15)
februari (14)
maart (20)
april (18)
mei (22)
juni (29)
juli (24)
augustus (22)
september (20)
oktober (22)
november (24)
december (20)
2005januari (16)
februari (13)
maart (19)
april (21)
mei (16)
juni (24)
juli (25)
augustus (15)
september (19)
oktober (18)
november (20)
december (19)
2004januari (37)
februari (34)
maart (33)
april (30)
mei (39)
juni (32)
juli (20)
augustus (36)
september (31)
oktober (17)
november (21)
december (20)
2003januari (56)
februari (54)
maart (48)
april (41)
mei (46)
juni (48)
juli (40)
augustus (43)
september (37)
oktober (37)
november (14)
december (27)
2002januari (48)
februari (47)
maart (52)
april (39)
mei (50)
juni (38)
juli (31)
augustus (34)
september (39)
oktober (40)
november (54)
december (51)