Op de fiets! Want lente en nieuw leven en zonnestralen galore. Peddelend naar Monnickendam, met het nieuwe pontje naar de Zamenhofstraat en door het Vliegenbos. Even langs opdrachtgever [De Redactie] – maar gelukkig voor hen waren ze dat weekend niet aan het werk.
We waren superhelden, zo snel als we gingen. Zeker die uk daar met die kleine fiets. Wat was Monnickendam toch dichtbij als je zo goed kon trappen als wij. En wat waren wij toch sterk.
Na Monnickendam hadden we wind, beukend op onze slapen.
Die wind had eerder helemaal niet gewaaid, toch?
De terugreis duurde drie keer zo lang als de heenreis.
We moesten ons best doen om niet chagrijnig te worden.
Maar schoon was het uitzicht zeker:
De horizon loopt wat schuin af op deze dijk.
Maar dat kwam dus door de wind. Die schuint de horizon.
Onderweg zagen we nog een leuk modern straatstencilkunstje:
… (werkweek) …
Nog meer fietsen. We togen te stadsbarrel naar Bakkum, ik bedoel Amsterdam, of nee, het was toch Bakkum, alwaar ik voor het eerst voet zette op Camping Bakkum.
Camping Bakkum!
Ja, echt!
Eens moet de eerste keer zijn. Het was na al die jaren horen zeggen fijn om eens met eigen ogen te kunnen zien dat ook daar je buren inderdaad je buren zijn.
De bevriende kinderen struinden het terrein af met hun walkietalkies, al het ijs was uitverkocht (“we hadden dit niet voorzien”) en er was koud bier. Het was aangenaam vertoeven. En met de wc-rol in de hand voelde het net als echt kamperen.
Terwijl wij fietsen gebeurt er van alles hier thuis:
Ontluiking, ontluiking.
We kijken de kruiden groot.
En een dag later zag ik deze tekst. Hij ontroert me.
Als het écht niet anders kan, als je echt je fiets in de planten moet zetten, we kunnen ons voorstellen dat er zulke momenten zijn – dan mag het. Maar als het even kan, toch liever niet.
Nog meer plantaardigs. Want wij schilden vele citroenen om dit te maken:
De weckpot staat inmiddels op een donkere plek krachten te verzamelen en ik schud de inhoud elke dag even heen en weer in de hoop dat het resultaat er alleen maar lekkerder van wordt. Over een paar dagen (of weken, de recepten verschillen nogal) gaan er water en suiker bij.
En dan, na veel engelengeduld: proost!
Zelfgemaakte limoncello, laat die zomer maar komen.