“Jaaaa, dit is die zebra met de rode strik!”
Zei ik dat nou echt?
De deelnemers in mijn schrijftraining kijken me vragend aan.
“Jullie waren overduidelijk niet bij Het LEUKSTE event over (marketing)psychologie”, zeg ik grappend en ik leg uit wat Christ Coolen bedoelde met de zebra met de rode strik.
Zebra’s blenden in. Ze vallen daardoor niet op in de groep. Goed overlevingsmechanisme.
Maar voor ons, als schrijvers, communicatiemensen, marketeers? We leven in the age of average – we volgen en we doen als de rest. Niemand durft zich meer te onderscheiden. Kijk maar eens naar de meeste sites. Allemaal van die uniforme teksten. Inwisselbaar. Saaaaaaai.
Door je te onderscheiden kun je opvallen, en dat is eng. Maar als het lukt, is het natuurlijk veel toffer en veel waardevoller. Voor je lezer of je klant, maar ook voor jezelf.
Terug naar mijn training. De deelnemers van deze redactie zijn op zoek naar hun tone of voice. Wie zijn ze nou eigenlijk? Wie spreken ze aan? En hoe kunnen ze dat het beste doen? We maken portretjes en persona’s en ze staan op de lijn met tegenstrijdigheden om de kleur van hun teksten te bepalen.
Aan het einde van de sessie herschrijven ze een bestaande tekst. Een eerste aanzet tot de nieuwe tone of voice. Die is ineens wel heel anders, na deze sessie.
“Maar wat we nu doen, werkt online juist heel goed”, zegt een van de redacteuren.
“Dat weet ik”, zeg ik. “Maar misschien werkt dit wel nóg BETER. Nu doen jullie eigenlijk hetzelfde als de rest. Omdat dat werkt. Maar wat als je nou eens op zou vallen? Als je je onderscheidt op dit vlak? Word die zebra met de rode strik!”
Over drie weken is training 2.
Ik hoop zo dat de strik dan alleen nog maar groter én roder is geworden.